1. Bij het rijden dienen alle ruiters een goed passende veiligheidshelm met CEmarkering en EN- 138:2012 teken te dragen.

2. Daar waar een snelheidselement aanwezig is, zijn menners en overige opzittende ook verplicht een veiligheidshelm te dragen.

3. Het voornemen om in of uit de rijbaan te gaan, moet luid worden gevraagd en aangekondigd, door bijvoorbeeld “deur vrij!” te roepen.

4. Op- en afstijgen dient op de AC-lijn te gebeuren. 

5. Als een ruiter of menner alleen in de rijbaan rijdt dient deze een mobiele telefoon bij zich te dragen i.v.m. noodgevallen.

6. Tijdens het rijden of mennen dient de rijbaan gesloten te zijn.

7. Wanneer een buitenrijbaan geen omheining heeft en deze dus niet afgesloten kan worden, mag er met maximaal 4 ruiters tegelijkertijd gereden worden en dient het terrein wanneer de rijbaan in gebruik is afgesloten te zijn.

8. De combinatie welke op de linkerhand rijdt heeft bij elkaar passeren voorrang op de hoefslag (dus rechts houden).

9. Degene die op dezelfde hand een snellere gang heeft en/of zijgangen rijdt heeft altijd voorrang (en dus ook de hoefslag).

10. Niet snijden en elkaar de ruimte geven bij het passeren.

11. Het springen over een hindernis moet worden aangekondigd als er ook andere ruiters in de rijbaan rijden, door bijvoorbeeld “hindernis vrij!” te roepen.

12. Bij het rijden dienen alle ruiters rijlaarzen te dragen of stevige schoenen met een gladde doorlopende zool en een hak, gecombineerd met chaps. De rijlaarzen of schoenen dienen ruim in de stijgbeugels te passen.

13. Ruiters mogen geen grote, uitstekende en/of loshangende sieraden en losse kleding dragen. 

14. Mest moet zo spoedig mogelijk opgeruimd worden.